Route 62 – De wijnroute

Geplaatst op door Andries in Oudtshoorn, Zuid-Afrika

Vanuit Hermanus stapten we in de auto om naar Robertson te rijden, het begin van de Route 62, de langste wijnroute ter wereld. Nadat ons autootje wat fikse heuvels had overwonnen, kwamen we aan bij de backpackers, dit keer een gewoon woonhuis met een mooie achtertuin waar we onze tent mochten opzetten. In de tuin was ook een mooie stenen constructie voor vuren, dus het was hoog tijd om te gaan braaien! Wij naar het centrum om inkopen te doen en na even zoeken vonden we een goede slager. De man was weleens in Nederland geweest, in Hellevoetsluis, om de een of andere reden is elke Zuid-Afrikaan die in Nederland is geweest ergens geweest waar je nou niet speciaal voor naar Nederland hoeft (Hellevoetsluis, Helmond, De achterhoek). De slager vond het wel leuk om even te kletsen en liet me ondertussen zijn halve assortiment proeven, erg gezellig. Uiteindelijk een flink stuk boerewors (zo vars dat die boer er nog aan zit) en een halve kilo steak gekocht. Een halve kilo steak kost hier 3 euro, maar die besparing zijn we wel weer kwijt als we het blijven eten, want dan moeten we nieuwe kleren. Het eten beviel zo goed, dat we vervolgens een week lang elke dag braai hebben gegeten, goed voor de portemonnee en zo lekker :-).

Na een weekendje in Robertson hadden we het wel gezien en zijn in de auto gestapt om naar Montagu te rijden, een klein plaatsje met 10.000 inwoners. Hier zat een guesthouse op een boerderij waar je kon kamperen en braaien. Wij een mooi plekje uitgezocht (dachten we, tot het avond werd en de muggen uit het riviertje ons opvraten) en tent opgezet, dat gaat met de dag sneller. De volgende dag was het tijd voor iets sportiefs, aangezien je anders nog dichtgroeit van het braaien, dus hop, wij de Cogmans Trail lopen, een route van 12km over een heuvel, met hele stukken de heuvel op en af. Het zonnetje fikte aardig door en wij hadden wel iets te weinig water bij ons, maar het ging goed. Onderweg veel mooi uitzicht gezien, een schildpad en wat vogels en hagedissen. Goed om weer eens sportief door de natuur te lopen, maar na drie maanden in Nederland moet je er wel weer even inkomen. Om onszelf te belonen zijn we de volgende dag lekker naar de warmwaterbronnen gegaan. Lekker zwemmen, beetje lezen en bijbruinen.

Na een paar fijne dagen in Montagu wilden we weer op pad en dus hebben we ons bakkie (zo noemen ze elke pick-up hier) ingeladen en zijn gaan rijden richting Oudtshoorn. De hele route liep door een gebied wat ze hier de kleine Karoo noemen en erg mooi is om te zien. Af en toe wat struisvogelfarms, veel leegte en niets en dan opeens Ronnie’s Sex Shop, een legendarische bar op de route in the middle of nowhere. Het verhaal is als volgt, op een dag opende Ronnie een winkeltje daar, Ronnie’s Shop. Zijn vrienden besloten vervolgens ’s nachts er Ronnie’s Sex Shop van te maken. Ronnie liet het maar staan en omdat er steeds meer mensen stopten om te kijken, opende hij een bar en daarna een restaurant. Er stoppen flink wat mensen op een dag daar en volgens mij mag Ronnie zijn lollige vrienden wel bedanken :-). In de bar zelf hangt ondergoed uit veel landen van de wereld en alle muren zijn ondergeschreven door mensen die er geweest zijn, heel grappig om te zien. Daarna maar doorgereden, want Oudtshoorn was nog een stuk rijden.

Na nog een partij heuvels, een prachtige bergpas, wegwerkzaamheden en veel mooi landschap kwamen we aan in Oudtshoorn, de struisvogelhoofdstad van de wereld. Na even uitrusten van de rit zijn we dan ook meteen een struisvogelfilet gaan eten. Heerlijk vlees zeg, die mogen ze in Nederland ook wel gaan fokken.

Een stukje ten noorden van Oudtshoorn zitten de Kango grotten en die schenen erg mooi te zijn, dus wij heel naïef ernaartoe met bergschoenen aan en goed voorbereid, met de Chinese grotten in ’t achterhoofd, blijkt het van binnen helemaal netjes bestraat te zijn. Tijdens een mooie toer langs allerlei stalagmieten, stalactieten en pilaren begon de gids nog even te zingen om de akoestiek te demonstreren.

De volgende dag was ’t tijd om de naar de Cango Wildlife Ranch te gaan. Een soort dierentuin, waar we een rondleiding kregen langs alle dieren die ze hadden. Vooral de stokstaartjes en de ringstaartmaki’s (die van de film Madagascar) waren leuk om te zien. Verder hadden ze grote katten lopen, vooral de tijgers waren imposant. Grote machtige beesten, en niet zo lui als leeuwen, luipaarden en jachtluipaarden, die alleen maar lagen te slapen en eruit zagen als een grote huiskat :-). Een ander beest wat je er kon zien, was de krokodil. Als je wilde, mocht je zelf in een stalen kooi even bij ze in het water. Dat klonk als een goed idee, dus ik de kooi in. Met een hijskraan lieten ze hem langzaam in de krokodillenvijver zakken en meteen kwamen ze met open bek op me af gezwommen. Ik keek meteen even of ik mijn handen netjes binnen de kooi had, want daar moest je op letten hadden ze gezegd. Wat een machtige beesten zeg, zo van dichtbij. Ze komen heel stilletjes naast je liggen maar blijven je aanstaren met zo’n blik van: kom er eens uit dan? En dan zwommen ze op hun gemak een rondje om te kooi om te kijken of hij wel echt dicht zat. Ik ging er maar vanuit dat de mensen hier weten wat ze doen en dook nog eens onder water om ze goed te bekijken, ik was blij dat er een kooi om mee heen zat. Na een minuut of tien, die voelde als een uur werd ik alweer uit het water getild en hapte een krokodil me nog even na, boos dat ik zijn lunch niet was. Om er ’s avonds een beetje van bij te komen ben ik maar krokodil gaan eten :-).

Na nog een lekker dagje bij ’t zwembad was het tijd voor ons om te gaan, maar eerst nog even naar een struisvogelboerderij. Eenmaal daar kregen we een heel verhaal over de struisvogelindustrie die hier in 1910 was en mochten we op struisvogeleieren staan (die niet barsten). Die eieren zijn dan ook best groot, wegen anderhalve kilo en als je er eentje wilt koken ben je tweeënhalf uur bezig, en dat is zachtgekookt. Komt ongeveer overeen met 24 kippeneieren, dus je kan er met de hele familie van ontbijten :-). Aan het eind van de rondleiding mochten we nog even op een struisvogel zitten, en Inge mocht er zelfs een rondje op rijden (ik was te zwaar :-)). Eerst erop met je benen onder de vleugels, aan de vleugels vasthouden, achterover leunen en ontspannen, en dan ging de vogel rennen :-). Inge bleef als ervaren ruiter natuurlijk zitten.

Daarna zijn we weer in ons bakkie gestapt en doorgereden naar Mossel Bay, maar daarover later meer…


Over Andries

Google Plus View all posts by Andries →

Één reactie op Route 62 – De wijnroute

  1. Rudy zegt:

    Gaaf hoor! Volgens mij zijn er struisvogelfokkers hier in NL.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *